ZanChat logo

Gratis E-boek, AI-stem, Audioboek: Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde van E. Rijpma

AI Stem Audioboek: Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde van E. Rijpma

Audioboek: Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde van E. Rijpma

0:00 / Unknown

Loading QR code...

U kunt de volledige inhoud van Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde van E. Rijpma beluisteren in onze app AI Voice AudioBook op iOS en Android. U kunt elke stem klonen en uw eigen Audioboeken maken van e-boeken of websites. Download nu uit de mobiele app store.

Luister naar het Audioboek: Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde van E. Rijpma

VAN DEN VOS REYNAERDE.

Ontstaan van de dierenverhalen.

Indië is de bakermat van de dierenverhalen. Daar komen verschillende langere en kortere verhalen voor, soms in den vorm van fabels, soms als meer uitgebreide dierennovellen, en in vele daarvan speelt de leeuw en daarnaast de slimme jakhals, een voorname rol. Langzamerhand zijn deze vertellingen overgebracht naar 't Westen, gedeeltelijk door vertalingen in 't Perzisch en Arabisch, en verder in 't Grieksch en Latijn, maar voor een goed deel ook door mondelinge overdracht. In de Middeleeuwen bestond er reeds een levendig handelsverkeer tusschen Oost en West; door de Kruistochten trokken groote scharen Westerlingen naar 't wonderbare Oosten en vertelden bij hun terugkomst wat ze daar gehoord en gezien hadden. Zoo kreeg men in West-Europa kennis van dat alles en tevens lazen daar de meer ontwikkelden de in 't Latijn geschreven dierengeschiedenissen. Nu begon ook de eigen letterkunde zich van de nieuwe stof meester te maken. Zoo zijn in 't Fransch een menigte verhalen (branches) ontstaan, die betrekking hebben op de vele streken door den vos uitgehaald. Kenmerkend is dat in deze branches de uitheemsche dieren al zijn vervangen door inlandsche: de vos is in de plaats gekomen van den jakhals.

Oorsprong van den Reinaert.

Ook ons land heeft zijn dierenepos gekregen: in de 13e eeuw is hier "Van den Vos Reynaerde" geschreven, gedeeltelijk een bewerking van een Fransche branche nl. Le Plaid (het pleidooi). Een vertaling is het niet, want soms is iets weggelaten en op andere plaatsen heel wat bijgevoegd, terwijl in de laatste helft (te beginnen bij Reinaerts veroordeeling) ook vrijwat voorkomt dat aan Fransche verhalen is ontleend, maar 't hoofdverhaal daarin schijnt toch eigen vinding.

Letterkundige waarde.

Men is 't er over eens dat onze Reinaert ver staat boven 't origineel, vooreerst omdat de schrijver de verschillende verhalen op heel natuurlijke wijze met elkaar in verband heeft weten te brengen en er een logisch geheel van heeft gemaakt, en vooral omdat zijn stijl uitmunt door aanschouwelijkheid en geest. Daarbij komt nog dat hij aan zijn werk een typisch Vlaamsch karakter heeft weten te geven, o. a. door 't geheel in Vlaanderen te laten spelen en Vlaamsche eigennamen te gebruiken, zoodat men haast van een oorspronkelijk werk kan spreken.

Tweeslachtigheid.

Een dierenverhaal heeft altijd iets tweeslachtigs: er wordt telkens gesproken over dieren, maar daarachter staat de menschenmaatschappij. In die dieren worden menschelijke eigenschappen of maatschappelijke toestanden gehekeld. Treedt dit menschelijke te veel naar voren, dan wordt het geheel onnatuurlijk, onaesthetisch en belachelijk. Zoo laten de Fransche dichters de dieren op bankjes zitten, blozen van schaamte, de armen om elkaars hals slaan, een ring aan den vinger steken en zelfs werpt men een in zwijm gevallen kip water over den kop om haar weer bij te brengen. Bij 't doorlezen van den Reinaert stuit men soms ook wel op menschelijke eigenschappen bij dieren, maar hinderlijk is dit nooit, de dichter weet ons voortdurend de illusie te geven dat we met dieren te doen hebben, en de eigenschappen van de verschillende dieren zijn juist typeerend voor hen, zooals we straks zullen zien. Ook in dit opzicht is de Vlaamsche clerc een meester geweest.

Schrijver.

De aanvang van den Reinaert luidt:

"Willem, die Madocke [1] makede, Daar hi dicke omme wakede, Hem vernoide soo haerde Dat eene avonture van Reinaerde In dietsche was onghemaket bleven (Die Aernout niet en hadde bescreven), Dat hi die vite dede souken Ende hise uten walschen bouken In dietsche dus hevet begonnen."

en daaruit wordt in verband met eigenaardige verschillen tusschen 't eerste en 't laatste gedeelte van den Reinaert wel de conclusie getrokken, dat er twee schrijvers zijn geweest: een oudere, Aernout, die 't laatste gedeelte heeft geschreven, en een jongere, Willem, die naar een Fransche branche het eerst heeft bewerkt als inleiding voor Aernouts verhaal, dat hij bovendien eenigszins heeft gewijzigd.

Bespreking van de verschillende karakters.

Karakterteekening van Reinaert. Zijn slimheid.

Reinaert. De meest in 't oog springende eigenschappen van den vos zijn z'n schranderheid en z'n moed, die soms zelfs overslaat tot brutaliteit. Slim is Reinaert in hooge mate en juist daardoor is hij ver de meerdere van alle andere dieren. 't Verstand zegeviert over de brute kracht. Enkele bewijzen: de hofdag, waar geklaagd wordt over Reintjes streken en waar o. a. blijkt op wat voor geslepen manier hij de kinderen van Cantecleer heeft weten te pakken, de wijze waarop Bruin en Tibeert beet worden genomen; de onvergelijkelijke handigheid en brutaliteit, waarmee hij koning Nobel en de koningin er in laat loopen door 't verhaal van den gefingeerden schat, en ten slotte als apotheose Reinaert de pelgrim, die statig zijn bedevaart naar Rome aanvangt, terwijl 't heele hof hem uitgeleide doet. Zelfs de zegen ontbreekt niet:

(vers 3044) Na dese tale ghinc hi staen Up sine ac

You can download, read online, find more details of this full eBook Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde by E. Rijpma from

En converteer het naar het Audioboek met elke stem die je wilt in onze AI Voice AudioBook app.

Loading QR code...