ZanChat logo

Gratis eBoek, AI Stem, Audioboek: De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander

AI Stem Audioboek: De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander

Audioboek: De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander

0:00 / Unknown

Loading QR code...

U kunt de volledige inhoud van De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander beluisteren in onze app AI Stem Audioboek op iOS en Android. U kunt elke stem klonen en uw eigen Audioboeken maken van eBooks of websites. Download nu vanuit de Mobiele App Store.

Luister naar het Audioboek: De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander

DE BELGISCHE OMWENTELING

DOOR

Dr. H. T. COLENBRANDER

(Met gebruikmaking van onuitgegeven bronnen)

'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1905

België en Nederland hebben te veel gemeen, dan dat, bij het feest ginder, de gedachten van hier niet over den Moerdijk zouden vliegen.

Ik heb de mijne niet weerhouden. Zij keerden van heden tot verleden terug. Tot wat ons vereenigt, en wat ons scheidt.

Zich daarover een klaar oordeel te vormen, past den Hollander als den Belg. En nimmer zal het licht van één kant kunnen komen. Ik waag het er op, mijn zienswijze publiek te maken. Moge slechts mijn geschrift kunnen doen gelooven, dat zij niet zonder studie is gevormd.

C.

INLEIDING.

Nimmer zal ik den indruk vergeten, dien, jaren geleden, het eerste bezoek aan België op mij achterliet.

In dien kring van studiegenooten der Gentsche hoogeschool, aan dien disch waar scherts de—Nederlandsche!—taal kruidde, onder het luisteren naar die zangstem die aanhief van „die nachtegael die sanc een liet,” zangstem die aan den schrijver van „De Nederduitsche geschriften van Marnix van St. Aldegonde” behoorde,—was de Leidsche student in den vreemde?

Wij van onze Leidsche tafel plachten toen een hoog woord te voeren—hooger dan ons toekwam, meen ik natuurlijk thans betamelijkerwijs—over kunst en literatuur. Hoe geleidelijk konden wij daarmee voortgaan te Gent. Zij hadden Couperus en van Deyssel gelezen, wij Buysse's pas verschenen „Recht van den Sterkste”.

Maar de reis ging verder België in, en wij bemerkten meer en meer hetgeen ons reeds te Gent niet verborgen was gebleven: dat „'t Zal wel gaan” een kleine minderheid vertegenwoordigde. Brussel, zijn schouwburgen en eethuizen waren Fransch. De dagbladpers, Fransch, en wat meer zegt, aan al wat Parijs betrof een onevenredige plaats inruimend, als ware Brussel geen centrum, maar provincie.

Wat viel er, buiten den kleinen kring van „'t Zal”, in België als Nederlandsch op? De taal der aflaatbeloften, waarmede de kerkwanden als overdekt waren, de schreeuwende aanprijzingen der wonderdoende kracht van dezen en gindschen heilige, patronen tegen buik- en kiespijn, de rijke sorteering in katholieke stuiversliteratuur achter de ongewasschen vensterglazen van boekwinkels van den vierden rang. De Belgische samenleving scheen van boven verfranscht en van onderen verroomscht. En welk een Roomschheid! In geen katholieke kerk in het Noorden—gloednieuwe gebouwen voor het meerendeel—verwacht of vindt men zóó gestelde aanplakbrieven.

Nederlandsch was er voor de opmerkingsgaaf van ons alledaagsche reizigers ook nog iets anders. Er moesten blijkbaar zoo iets als wetten bestaan ter bescherming van de rechten onzer taal in dit tusschenland. Allerlei mededeelingen aan het publiek, van heel of half ambtelijk karakter, waren in beide talen gesteld. Maar ons overstapje heette een „overeenstemmingskaart,” en, op de terugreis, konden wij aan den ingang van het Leopoldspark te Antwerpen de waarschuwing lezen: „verboden hier paarden in te sleepen.” Wij waren echter niet te paard. Doch stel u, ruiter-landgenoot, gerust. Komt gij ooit op uw bruin voor het hek, de andere helft van het bord, met zijn „défense d'entraîner des chevaux”, zal u de bedoeling volkomen duidelijk maken.

Een land van veel beloften en meer teleurstellingen;—met dezen indruk keerden wij naar huis.


Wij kenden echter België niet. Welke wartaal is niet, door eenweeksreizigers, over ons eigen Holland uitgeslagen?

Als wij later België bezochten, waren het andere zaken die wij zien wilden. En of die er zijn! Wat ben ik aan u, primitievenzaal van het Antwerpsch museum, verplicht; wat aan u, betooverde Brugsche grachten! Aan u allen, steden van het Vlaamsche land! De Hollander, die werk maakt van de geschiedenis van zijn eigen volk, kan u niet genoeg bezoeken. Uit Vlaanderen, of door Vlaanderen, is een groot deel van onze beschaving tot ons gekomen, en die zien wil, vindt in dit land van her- en doorkomst nog heden daarvan de sporen. En België is daarbij geen dood land, maar een dat in zijn heden ons in veel opzichten tot voorbeeld strekt. Zijn

U kunt dit volledige eBoek De Belgische omwenteling door H. T. Colenbrander downloaden, online lezen en meer details vinden via

En converteer het naar een Audioboek met elke stem die u wilt in onze AI Stem Audioboek app.

Loading QR code...