ZanChat logo

Gratis E-boek, AI-stem, Audioboek: Lord Lister nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull

AI Stem Audioboek: Lord Lister Nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull

Audioboek: Lord Lister nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull

0:00 / Unknown

Loading QR code...

U kunt de volledige inhoud van Lord Lister nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull beluisteren in onze app AI Voice AudioBook op iOS en Android. U kunt elke stem klonen en uw eigen Audioboeken maken van e-boeken of websites. Download nu uit de Mobiele App Store.

Luister naar het Audioboek: Lord Lister nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull

EEN BOLSJEWISTISCH AVONTUUR.

HOOFDSTUK I.

DE „PRESIDENT CARNOT”.

Het was zeer druk in de haven van Constanza, de voornaamste Roemeensche haven aan de Zwarte Zee.

De scheepvaart op deze grootste binnenzee van Europa had zich nog niet lang hersteld, sedert de oorlog voorbij was.

Het was dan ook niet verwonderlijk, dat alle reizigers, die zich naar een of andere havenstad moesten begeven, aan de kust van de Zwarte Zee gelegen, hetzij die tot Roemenië, Rusland, Bulgarije, Turkije of Klein Azië behoorde, zich letterlijk verdrongen om een plaatsje te krijgen op een van de weinige booten, die den dienst onderhielden.

Voor het meerendeel waren het oude booten, slecht in de verf en slecht onderhouden, met stoomketels, die ieder oogenblik den geest schenen te zullen geven en meestal zoo smerig, dat men zich in normale omstandigheden nog wel een paar maal bedacht zou hebben, alvorens zich aan boord van deze drijvende varkenskotten te begeven.

Thans echter was men maar al te verheugd, zich een plaats op een van deze schepen te verzekeren—in de flauwe hoop, dat men wel ergens een spoorwegaansluiting zou vinden, dat er bij toeval een trein zou loopen van de plaats af, waar men voet aan wal zou zetten.

In geheel Roemenië was het spoorwegverkeer nog altijd jammerlijk ontwricht.

Duizenden vervelooze personenwagens stonden kilometers ver op dood spoor—zonder dat iemand zich blijkbaar om hun lot scheen te bekommeren en zij werden er gezelschap gehouden door eenige honderden stijfgeroeste locomotiefen, waarvan het wel leek, of geen macht ter wereld meer in staat zou zijn, ze ooit weder in beweging te brengen.

Slechts van Boekarest naar de voornaamste plaatsen, waaronder Constanza, werd de dienst nog onderhouden, weliswaar verre van geregeld en men moest soms dagenlang op een plaats wachten, maar als er eenmaal een trein vertrokken was, dan bestond er groote kans, dat hij tenminste het einddoel wel eens zou bereiken.

Geduld, en een groote mate van opgewektheid, benevens een schier onuitputtelijke beurs, dat was alles wat er van de reizigers verlangd werd.

Reeds gedurende eenige dagen, op de mare, dat van Constanza een schip naar Constantinopel zou vertrekken, hadden zich tal van reizigers uit Galatz, Braila, Boekarest, Roestschuk, Sadova en andere plaatsen in groote getale naar Constanza opgemaakt.

Daar zou in den vroegen morgen van een dag in het begin van den herfst, de „President Carnot” vertrekken.

Een groot Fransch stoomschip, dat in vroeger jaren van Brest op een Zuid Amerikaansche haven had gevaren, maar na de vredesluiting voor een goeden prijs aan een ondernemende Scheepvaartmaatschappij te Constanza was verkocht.

Met aanzienlijke kosten had men het schip, dat zeker wel een uitzondering vormde, geheel gerestaureerd.

Er waren drie klassen en men moest onder de zeer gegoeden behooren wanneer men de passage eerste klasse kon betalen.

De „President Carnot” volgde geen vaste route, maar voer nu eens hier, dan weder daarheen, al naar de behoefte zich deed gevoelen.

In den laatsten tijd was er bijzonder veel vraag geweest naar Constantinopel, en daarom zou het schip ditmaal naar de hoofdstad van Turkije trekken.

Men zou echter als tusschenstations de havens Varna en Burgas aandoen, niet alleen om reizigers aan boord te nemen, maar ook om diegenen af te zetten, die daartoe den wensch hadden te kennen gegeven.

Reeds zeer vroeg in den morgen begonnen de reizigers, die zich van te voren reeds van een plaatsbewijs hadden moeten voorzien, zich aan boord van de „President Carnot” te begeven.

Het groote schip lag aan een der voornaamste steigers gemeerd, en drie loopplanken onderhielden de verbinding met den vasten wal.

Nog zelden had men ergens ter wereld voor den oorlog zulk een zonderling allegaartje van reizigers kunnen opmerken, zelfs in de cosmopolitische havensteden als Bombay, New-York of Singapore.

Men trof er lieden van alle standen der Maatschappij—rijk gekleede Russen, die bijtijds hun land waren ontvlucht met stug gelaat, en die instinctief aansluiting bij elkander zochten, havelooze Roemeniërs die wilden trachten elders hun fortuin te beproeven, die hun eigen land waarschijnlijk niet meer kon onderhouden, Slovaken, Tsjechen, Bulgaren, Serviërs, Armeniërs, en voorts vertegenwoordigers uit alle landen van Europa.

Duitschers naast Franschen, Hongaren naast Engelschen, en natuurlijk ook de onvermijdelijke Amerikanen met hun als uit hout gesneden gezichten, hun houten pijp, en hun wijde reiskleederen.

De bagage leverde al een even bont schouwspel op—dure lederen koffers die wel bijna een burgerfortuin moesten hebben gekost, en armoedige bundeltjes, samengehouden door een rooden zakdoek, en aan een stok over den schouder gedragen, zware reismanden, en armelijke papieren handvaliesjes, die ieder oogenblik dreigden te barsten, zoo vol als men ze had gestopt.

Soms schreeuwend en scheldend, dan weer zwijgend en onverschillig al naar de landaard, baanden de reizigers zich een weg over de drie smalle loopplanken.

Onder hen bevond zich een drietal personen, die blijkbaar bij elkander hoorden.

De oudste hunner kon ongeveer 40 jaar zijn, tenminste wanneer men moest afgaan op zijn hoofdhaar, dat aan de slapen reeds een weinig begon te grijzen, ofschoon de schittering in zijn staalgrijze oogen op groote levenskracht en energie en onbuigzamen wil wees.

Deze man was gekleed in een stevig reiscostuum, van grijsgeruite stof, zijn hoofd was bedekt met een pet van dezelfde stof.

In zijn rechter oog was een monocle geklemd, dat daar wel vastgekit scheen te zijn.

Het gladgeschoren gelaat was lichtbruin.

Een zijner metgezellen was een jongeman van nog zeer jeugdigen leeftijd met een grijsgespikkeld reispak.

Hij had een vroolijk opgewekt gelaat, waarop nog geen enkel rimpeltje te bespeuren viel, groote blauwe oogen, die schitterden van levenslust en een eigenaardige blanke huid, waarop menige vrouw jaloersch geworden zou zijn.

Hij was bijna een hoofd kleiner dan zijn metgezel, en zooals zij daar naast elkander stonden, wachtend tot de eerste drukte en het gedrang voorbij zouden zijn, zou men ze wel voor vader en zoon hebben kunnen aanzien.

De derde man eindelijk was een ware reus.

Hij was grooter dan de man met het grijze haar, en zijn geweldige schouders, zijn breede borst en zijn zwa

U kunt de volledige inhoud van dit e-boek Lord Lister nr. 0372: Een Bolsjewistisch avontuur van Kurt Matull downloaden, online lezen en meer details vinden via

En converteer het naar het Audioboek met elke stem die u wilt in onze AI Voice AudioBook app.

Loading QR code...

Gratis e-boek, AI-stem, Audioboek: Lord Lister nr. 0372: Een | ZanChat AI